Rush Hour
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:07:01
Is dat C-4?
- Da's C-4.

:07:03
Verrek.
- Wat is er?

:07:05
Helemaal niks. Ik heb me hier te pletter
naar gezocht. Waar heb jij C-4 gevonden?

:07:10
Als je eens wist hoe ik me nu voel...
Zelfs de Irakezen hebben dit spul niet.

:07:14
waar heb je dit vandaan?
- Er is veel vraag naar.

:07:17
Nou heb je me blij gemaakt.
:07:19
Ik heb mijn ding.
Gauw nog even je geld halen.

:07:21
Ga bij die auto vandaan.
- Hé, heren agenten...

:07:25
Handen op uw hoofd.
Nu meteen!

:07:28
Niks aan het handje.
Waarom ons nu lastig vallen?

:07:31
Rustig, makker. Dat wil je niet doen.
- Reken maar van wel.

:07:34
Toch niet, hij grapt maar wat.
- Helemaal niet.

:07:37
Toch wel, agent.
- Niks van.

:07:38
Dit is geen grapje.
- Wapen neer!

:07:41
Dit is m'n neef.
We kletsen maar wat.

:07:43
Stap toch terug in je auto.
- Kan ik niet doen.

:07:46
Ik knal z'n hersens over de hele parkeer-
plaats. Ga nou maar een donut kopen.

:07:50
Zie je, nou is ie pissig.
Ik praat wel even met 'm, goed?

:07:56
Oké... Alles is weer cool.
hij ligt neer.

:07:59
Z'n wapen ook.
Kruip nou maar in je auto.

:08:02
Handen op uw hoofd.
- Alles is cool, agent.

:08:04
Nu meteen!
:08:25
Had ik niet gezegd
in je auto te kruipen?

:08:48
Hou op!
Ik heb C-4 in de koffer zitten!


vorige.
volgende.