:50:00
Kreeg je m'n cheque ?
:50:01
Ja, bedankt.
:50:04
Ik heb ma gebeld
om het te vertellen.
:50:07
Hoe reageerde ze ?
:50:09
Ze negeerde het.
:50:11
Nou, hij was wie hij was.
:50:15
Hij stierf in bed.
:50:16
Ik dacht dat hij zou doodvriezen
op een parking voor een pub.
:50:21
Ken je de wasserette
waar je kunt douchen ?
:50:24
Waar de zeelui komen.
:50:26
Drie jaar terug was ik daar.
:50:30
Ik nam m'n zeep en handdoek.
Ik zag daar een oude man zitten.
:50:36
Ik dacht :
"Dat is een verslagen mens."
:50:39
Hij keek op en het was de ouwe.
:50:43
Ik heb hem nooit meer gezien.
:50:45
De oude zeerot.
De oude goudzoeker.
:50:49
Ik vertel m'n klanten over hem.
:50:52
Kleurrijke dingen, als gids.
:50:54
Dat hij z'n vingers verloor
en de aardbeving overleefde...
:50:59
... en de getijdenstroom
op die tender.
:51:04
Jij kent ze ook.
:51:07
De man voor wie ik bang was... .
:51:10
Dat wil niemand horen.
:51:12
Nee.
:51:15
Ik wil je een gunst vragen.
:51:19
Mij ?
:51:20
- Heb ik je ooit iets gevraagd ?
- Wat is er ?
:51:23
Ik heb een probleem.
:51:25
Ik moet een belangrijke klant
oppikken in Skagway.
:51:29
Ik heb een helper nodig.
:51:31
Je werkt toch altijd op je eentje.
:51:35
Gewoon voor de schijn.
Het is een zakendeal.
:51:38
Ik moet hem imponeren.
Ik moet minder kapitein lijken... .
:51:42
Meer een admiraal.
:51:43
Precies. Het is een makkie
en nu jij weer vaart... .
:51:47
Nog maar één keer.
:51:49
Jou kan ik vertrouwen.
:51:51
Het is een delicate zaak.
Er mag niets van uitlekken.
:51:57
Wanneer vertrekken we ?
:51:58
Overmorgen. Ik moet
nog een en ander regelen.