Stuart Little
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:32:01
Sorry, dat was ik.
:32:03
Wat zei je moeder over het park
's avonds?

:32:06
Mijn moeder was de reden
om niet naar het park te gaan.

:32:11
-Wat een kenau.
-Ze was een heilige.

:32:16
Heel even. Wie kan er reanimeren?
:32:20
Er zijn overal sporen.
:32:22
-We vinden 'm nooit.
-We gaan ieder een andere kant op.

:32:26
-Wat een brein.
-Hij is ook gatto di tutti gatti.

:32:31
Gaan jullie maar.
Ik val hier wel neer.

:32:48
Ben jij dat, Stuart?
Wat doe je daarboven?

:32:52
Ik zoek een plekje.
:32:54
Stuart, je moet hier weg.
Het is donker.

:32:58
-Het zit hier vol katten.
-Waar ben je, Snow?

:33:01
Je vriend Monty. Wat doet hij hier?
:33:04
-Hij hoort je.
-Dat is toch niet erg?

:33:09
Snowbell. Wat doe je daar?
:33:11
O, nee. Geweldig.
:33:13
Je hebt hem gevonden. Brave jongen.
Jongens.

:33:19
Hierheen.
:33:21
Snow heeft hem.
:33:23
Goed zo, huiskat.
:33:25
Jij krijgt straks
de grootste helft van de muis.

:33:29
Grootste helft?
Waar heeft hij het over?

:33:32
Ken je die katten?
:33:34
Ik zie ze wel eens op feestjes.
:33:37
Wat is er? Waar wacht je op?
:33:40
Kom op. Ik heb honger.
:33:46
Het spijt me.
:33:48
Wacht. Niet doen.
:33:50
Zet me neer.
:33:51
Ik sta klaar.
Ik breek z'n val wel met m'n bek.

:33:55
Je kent ze dus.
:33:56
Laat hem los. Ik proef hem al.
:33:59
Waar wacht je nog op?

vorige.
volgende.