:23:09
Ik snap het niet. lk ben z'n vader.
lk zorg voor hem.
:23:13
Wat bezielt jullie ?
Wat kan het je schelen ?
:23:18
We kennen Lesra nu een paar weken
en hij heeft meer talent...
:23:24
en enthousiasme
dan al m'n andere leerlingen.
:23:30
En hij vertelde ons
dat hij wou gaan studeren. Vandaar.
:23:35
Ik weet dat hij slim is.
- Daar zijn we het over eens.
:23:41
Maar hij kan niet lezen.
:23:45
Als wij het hem de komende twee jaar
leren, kan hij gaan studeren.
:23:50
Op school leert hij 't niet.
- lk ben z'n vader.
:23:54
Maar zij...
- Ze praten met mij.
:23:57
We hebben plaats voor hem. Lesra wil
leren en wij kunnen hem les geven.
:24:03
Als u dat niet wilt, prima.
We willen uw plaats niet innemen.
:24:18
Wil je het echt, jongen ?
- lk wil studeren.
:24:23
Als dit me daarbij helpt, wil ik het.
:24:28
Toch hoort het niet zo.
:24:39
Waarom ga je weg ?
- Wil je niet dat ik ga, El ?
:24:43
Ik heb je hier nodig.
- Laat hem nou maar.
:24:46
Lesra gaat hard aan het werk
in Toronto. Hij wil gaan studeren.