:48:05
Heb jij wat besteld?
:48:12
-Erin. Wat is er?
-Niets. Er is niks mis.
:48:17
-Is alles goed?
-Er is niets.
:48:20
Ik kon niet slapen
en ik ben weggeglipt.
:48:24
Ik wil bij jullie slapen.
:48:28
Dat is goed.
Ik ga bellen dat je hier bent.
:48:37
Waarom is daar 'n bed opgemaakt?
:48:40
Ik las en wilde mama
niet wakker maken.
:49:16
Soms kun je niet
uit de afgrond komen.
:49:20
Vorige zomer dachten we dat als
we in 'n idyllisch oord waren...
:49:25
...de spanning zou verdwijnen...
:49:28
...en zouden ontdekken waarom
we verliefd waren geworden.
:49:33
Vorig jaar, na het ouderweekend,
dachten we in Venetie...
:49:38
...als de zon onderging,
met 'n fles Chianti. ..
:49:41
... 'n startkabel te kunnen vinden.
:49:46
Twee ltaliaanse ijsjes graag.
:49:49
Laat dat 'ltaliaanse' maar zitten.
We zijn in ltalie.
:49:53
Als ik in Belgie 'n Belgische wafel
wil, zeg ik wafel?
:49:57
En als je in lerland lerse stoofpot
wilt, zeg je stoofpot.