:39:01
... te insinueren dat ik iets
te maken had met dat schilderij ?
:39:05
Proberen ?
:39:06
Dank u.
:39:08
Nee, 'n poging zou ik 't niet noemen.
:39:10
Hoeveel krijgt u ?
:39:12
Vijf procent van de waarde.
:39:15
- Een premiejager.
- Zo kunt u 't noemen.
:39:17
Krijgt u altijd uw mannetje ?
:39:20
Denkt u dat u mij krijgt ?
:39:23
Dat hoop ik.
:39:29
- Kan ik u ergens afzetten ?
- Bedankt, ik heb 'n auto.
:39:33
Tot morgen dan ?
:39:37
U en ik, etentje ?
:39:42
Oké.
:39:44
Niet te laat.
We moeten eerst iets doen.
:39:53
- Wat is er gebeurd ?
- Gebeurd ?
:39:55
Wanneer u mijn vragen negeert,
doet u iets met uw mondhoeken.
:40:00
U geniet ergens van,
en niet van mij. Wat is 't ?
:40:03
- Iets amusants.
- U vindt heel weinig dingen amusant,
:40:07
dus... ik hoef niet echt te raden.
:40:10
Een waardige tegenstander ?
:40:17
Heeft iemand u opgelicht ?
:40:25
Je dartelt zomaar naar 'm toe.
Je zegt niets tegen mij of wie dan ook.
:40:31
Ja, we hebben 'n praatje gemaakt.
:40:34
- Je hebt 'm gezegd dat je hem verdenkt.
- Ik had geen zin in gelul, oké ?
:40:49
Hoelang zou jij
erover gedaan hebben, Mike ?
:40:52
Wekenlang telefoontjes afluisteren.
Hem schaduwen tot in de WC.
:40:56
Ik deed het in tien minuten.
:40:59
Hij is het.