Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:10:02
de oudste zoon van deze droeve koningin.
:10:05
Nee.
:10:06
Wacht, Romeinse broeders !
:10:09
Genadige veroveraar,
:10:11
zegevierende Titus,
:10:13
zie de tranen die ik vergiet.
:10:16
De tranen van een moeder voor haar zoon.
:10:20
Als uw zonen u ooit dierbaar waren,
:10:22
bedenk dat mijn zoon mij even dierbaar is.
:10:26
Worden we al niet naar Rome gebracht
:10:29
om uw triomf te verheerlijken,
:10:31
geketend aan u en het Romeinse juk ?
:10:34
Moeten mijn zonen
:10:36
ook nog worden afgeslacht op straat
:10:39
omdat ze dapper voor hun land streden ?
:10:42
Als vechten voor vorst en vaderland
:10:44
voor u een plicht is, is 't dat ook voor hen.
:10:48
Andronicus,
:10:50
bezoedel uw graftombe niet met bloed.
:10:54
Wilt u de goden evenaren ?
:10:58
Evenaar ze in genadigheid.
:11:01
Genade
:11:03
is het ware kenmerk van adel.
:11:06
Hoogedele Titus,
:11:11
spaar mijn eerstgeboren zoon.
:11:15
Bedaar, vorstin, en neem 't mij niet kwalijk.
:11:17
Dit zijn hun broeders, die uw Goten
:11:20
Levend zagen en dood,
:11:22
en voor hun gevallen broeders
:11:23
vragen zij vroom een offer.
:11:26
Daarom is uw zoon aangeduid
:11:30
en hij moet sterven
:11:32
om hun schimmen te sussen.
:11:34
Weg met hem, en steek een vuur aan.
:11:37
Met onze zwaarden hakken we
:11:39
zijn ledematen af
:11:40
om ze in het vuur te gooien.
:11:43
O wrede, goddeloze vroomheid.
:11:48
Was Scythiƫ ooit half zo barbaars ?
:11:51
Zet Scythiƫ niet naast 't eerzuchtige Rome.
:11:54
Alarbus krijgt rust,
:11:56
en wij overleven
:11:57
om onder Titus' dreiging te beven.

vorige.
volgende.