Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:26:01
Uw adel garandeert
:26:03
dat u dit louter hoffelijk bedoelt.
:26:06
Dank je, lieve Lavinia.
:26:09
Romeinen, laten we gaan.
:26:11
We laten onze gevangenen zonder losgeld vrij.
:26:14
Kondig onze intrede aan
:26:16
met trompet en trommel.
:26:42
Deze jonkvrouw is van mij.
:26:44
Hoezo ? Meent u dat ernstig, heer ?
:26:47
Ja, ik ben vastbesloten.
:26:49
De prins neemt waar hij recht op heeft.
:26:52
Het moet en zal, zolang Lucius leeft.
:26:59
Weg, verraders.
:27:01
Waar is de keizerlijke wacht ?
:27:03
Verraad. Lavinia is ontvoerd.
:27:06
Ontvoerd ! Door wie ?
:27:08
Door hem die zijn verloofde
:27:10
aan heel de wereld mag ontnemen.
:27:13
Vrees niet. Ik breng haar spoedig terug.
:27:23
Broeders, breng haar in veiligheid.
:27:26
Ik dek de aftocht met mijn zwaard.
:27:29
Vader, u komt hier niet voorbij.
:27:31
Wat, doortrapte knaap ?
:27:33
Versper je me de weg in Rome ?
:27:35
Hulp, Lucius !
:27:50
Heer vader,
:27:52
u bent onrechtvaardig...
:27:55
en erger zelfs.
:27:57
In drift hebt u uw zoon gedood.

vorige.
volgende.