Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:27:01
Waar is de keizerlijke wacht ?
:27:03
Verraad. Lavinia is ontvoerd.
:27:06
Ontvoerd ! Door wie ?
:27:08
Door hem die zijn verloofde
:27:10
aan heel de wereld mag ontnemen.
:27:13
Vrees niet. Ik breng haar spoedig terug.
:27:23
Broeders, breng haar in veiligheid.
:27:26
Ik dek de aftocht met mijn zwaard.
:27:29
Vader, u komt hier niet voorbij.
:27:31
Wat, doortrapte knaap ?
:27:33
Versper je me de weg in Rome ?
:27:35
Hulp, Lucius !
:27:50
Heer vader,
:27:52
u bent onrechtvaardig...
:27:55
en erger zelfs.
:27:57
In drift hebt u uw zoon gedood.
:28:00
Jij, noch hij zijn zonen van me.
:28:03
Mijn zonen zouden me nooit te schande maken.
:28:06
Verrader,
:28:07
geef de keizer Lavinia terug.
:28:10
Dood, als u dat wilt,
:28:12
maar niet om zijn vrouw te worden
:28:14
als ze al aan een ander is beloofd.
:28:37
Nee, Titus, nee !
:28:38
De keizer hoeft haar niet.
:28:40
Haar noch u
:28:42
noch iemand anders van uw soort.
:28:45
Wie eenmaal met mij spot,
:28:47
wil ik soms nog vertrouwen. U nooit !
:28:50
Noch uw verwaande, valse zonen,
:28:52
die samenzweren om mij te onteren.
:28:54
Maar ga uw gang. Ga !
:28:56
Zo krijgt u een dappere schoonzoon,
:28:58
van hetzelfde slag als uw bandeloze zonen.

vorige.
volgende.