Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:09:01
De tribunen horen je niet. Hier is niemand.
1:09:03
Je vertelt je verdriet aan een steen.
1:09:08
Lucius...
1:09:10
Iaat me voor je broers pleiten.
1:09:13
Edele tribunen,
1:09:15
nogmaals smeek ik u.
1:09:18
Goede heer,
1:09:19
geen tribuun hoort je.
1:09:22
Dat doet er niet toe, man.
1:09:25
Als ze me hoorden, zouden ze niet luisteren.
1:09:27
En als ze luisterden,
1:09:29
zouden ze geen medelijden hebben.
1:09:32
Daarom vertel ik mijn verdriet
1:09:34
aan de stenen.
1:09:36
Een steen is zacht als was,
1:09:39
tribunen zijn harder dan steen.
1:09:41
Een steen is stil en niet gekrenkt,
1:09:44
tribunen veroordelen met hun tong
1:09:47
mensen tot de dood.
1:09:53
Waarom sta je hier met getrokken zwaard ?
1:09:57
Om mijn twee broers te redden.
1:09:59
Voor die poging ben ik
1:10:01
nu levenslang verbannen.
1:10:06
O, gelukkig man.
1:10:08
Ze waren je goedgezind.
1:10:10
Dwaze Lucius, zie je niet
1:10:13
dat Rome een wildernis
1:10:15
vol tijgers is ?
1:10:17
Tijgers zoeken prooi
1:10:19
en Rome geeft hen
1:10:20
enkel mij en mijn familie.
1:10:24
Je mag van geluk spreken
1:10:26
dat je van die roofdieren
1:10:28
bent verbannen.
1:10:32
Maar wie komt daar met onze broeder Marcus ?
1:10:36
Titus,
1:10:37
hou je oude ogen klaar om te huilen
1:10:40
of anders je edel hart om te breken.
1:10:43
Ik breng je oude dag verterend verdriet.
1:10:46
Zal het me verteren ?
1:10:49
Laat zien dan.
1:10:52
Dit...
1:10:54
was je dochter.

vorige.
volgende.