Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:13:03
Of geef een teken
1:13:05
hoe ik je kan sussen.
1:13:14
Zullen je oom en je broer Lucius
1:13:17
en jij en ik
1:13:19
om een plas zitten kijken
1:13:21
hoe onze wangen
1:13:24
doordrenkt zijn als overstroomde weiden ?
1:13:27
Of zullen we onze handen ook afhakken ?
1:13:30
Of onze tong afbijten
1:13:32
en in gebarentaal
1:13:33
ons gehate leven verder slijten ?
1:13:37
Wat moeten we doen ?
1:13:41
Laat ons die een tong hebben
1:13:43
een snood plan smeden
1:13:45
dat met verstomming slaat.
1:14:35
Titus Andronicus,
1:14:36
de keizer laat u dit weten:
1:14:38
als u uw zonen lief hebt,
1:14:40
Iaat dan Marcus, Lucius, of uzelf, Titus,
1:14:43
zijn hand afhakken en naar de keizer sturen.
1:14:46
In ruil zal hij
1:14:47
uw zonen levend terugsturen.
1:14:49
Dat is het losgeld voor hun daad.
1:14:51
Genadige keizer ! Goede Aaron !
1:14:53
Zong een raaf ooit zo als een leeuwerik ?
1:14:55
Graag stuur ik zijne majesteit mijn hand.
1:14:58
Goede Aaron, help je ze af te hakken ?

vorige.
volgende.