Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:14:35
Titus Andronicus,
1:14:36
de keizer laat u dit weten:
1:14:38
als u uw zonen lief hebt,
1:14:40
Iaat dan Marcus, Lucius, of uzelf, Titus,
1:14:43
zijn hand afhakken en naar de keizer sturen.
1:14:46
In ruil zal hij
1:14:47
uw zonen levend terugsturen.
1:14:49
Dat is het losgeld voor hun daad.
1:14:51
Genadige keizer ! Goede Aaron !
1:14:53
Zong een raaf ooit zo als een leeuwerik ?
1:14:55
Graag stuur ik zijne majesteit mijn hand.
1:14:58
Goede Aaron, help je ze af te hakken ?
1:15:02
Wacht, vader.
1:15:04
Jouw edele hand
1:15:06
die zoveel vijanden verdreef,
1:15:07
wordt niet gezonden, wel de mijne.
1:15:09
Mijn jeugd kan het bloed beter missen.
1:15:11
Jullie beider handen hebben Rome verdedigd.
1:15:14
Mijn hand deed niets. Zij kan
1:15:16
mijn neven uit de dood loskopen.
1:15:19
Beslis welke hand het wordt
1:15:22
voor het te laat is.
1:15:24
Mijn hand. - Bij de goden, nee.
1:15:26
Laat me mijn broederliefde bewijzen.
1:15:28
Kiezen jullie. Ik spaar mijn hand.
1:15:30
Dan haal ik een bijl.
1:15:32
Maar ik zal ze gebruiken.
1:15:38
Kom mee, Aaron.
1:15:39
Ik bedrieg hen allebei.
1:15:41
Help me een handje
1:15:43
en ik geef je mijn hand.
1:15:47
Als dat bedrog is,
1:15:48
ben ik de eerlijkheid zelve.

vorige.
volgende.