Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:26:15
Jij toonbeeld van leed,
1:26:18
dat je moet spreken in gebaren.
1:26:21
Als je arme hart woest slaat,
1:26:24
kun je het zo niet slaan
1:26:26
om het te sussen.
1:26:28
Verwond het met zuchten,
1:26:29
dood het met gekerm.
1:26:32
Of neem een mes tussen je tanden
1:26:35
en maak een gat bij je hart
1:26:38
en laat al je tranen in die holte vloeien
1:26:43
en verdrink de jammerende dwaas
1:26:45
in zeezoute tranen.
1:26:46
Foei, broeder, foei.
1:26:49
Leer haar niet
1:26:51
de hand aan het leven te slaan.
1:26:54
Heeft verdriet je al kinds gemaakt ?
1:26:57
Ach, spreek toch niet over handen,
1:27:00
we weten dat we er geen hebben.
1:27:05
Laten we beginnen.
1:27:10
Hier, lieve kind...
1:27:12
eet dit.
1:27:20
Er is niks te drinken.
1:27:42
Luister wat ze zegt.
1:27:44
Ik begrijp al haar martelaarsgebaren.
1:27:47
Ze zegt dat ze niets anders drinkt
1:27:50
dan haar tranen.
1:27:53
Sprakeloze klaagster,
1:27:55
ik zal je gedachten leren.
1:27:58
Als je zucht of je stompen ten hemel heft

vorige.
volgende.