:52:09
Ik ben blij dat jullie 't goed
met elkaar kunnen vinden.
:52:14
- Maar als ik niet op je kan bouwen...
- Dat kun je wel.
:52:18
Waarom lieg je dan
over dat pool spelen ?
:52:24
Weet ik niet.
:52:36
Uitstappen. Jij gaat naar Carol
en ik ga naar huis.
:52:41
Jij, kleuter, moet je ma zo nodig
vertellen over dat pool.
:52:46
Nu zeikt ze mij af, dus jij hoort
naar de kleuteroppas te gaan.
:52:51
- Ik heb niks...
- Ik wil geen woord meer horen.
:52:54
- Ik heb niks...
- Eruit.
:53:24
Nog aan 't werk ?
:53:27
- Hoe vond je vrouw de bank ?
- Leuk.
:53:32
- Ze voelde zich niet zo goed.
- Wat vervelend.
:53:35
Ze is niet ziek, hoor.
:53:37
Ze is namelijk...
:53:40
- Zwanger ?
- Ja, ze is zwanger.
:53:44
Dan ben je soms wat kribbig.
:53:52
- Het spijt me van dat gekrakeel.
- Mij ook.
:53:55
- Ik val best mee.
- Ze worden wel gek van je.