Blow
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:04:00
Ga je schoenen halen.
- Bedankt, pap.

:04:04
Wat is je probleem, Bill? Raad eens
wie vandaag opruimt en trakteert.

:04:08
Geld ! G-e-l-d !
:04:11
Pap verdiende te weinig naar mams zin,
- Waarom ben ik met je getrouwd?

:04:15
Ze dacht dat ze rijk getrouwd was,
:04:18
Hij had zijn beloften
niet waar kunnen maken,

:04:21
Het kwam erop neer
dat de zaak niet liep, We waren blut,

:04:25
Af, met je vieze handen.
:04:27
Niet waar de jongen bij is.
- De jongen, de jongen. En ik dan?

:04:31
Wat doe je?
- Ga naar huis, George.

:04:33
Waar ga je heen?
:04:35
Hoe vaak moeder ook wegging,
hoe vaak ze 'm ook belachelijk maakte,

:04:43
hij nam haar telkens weer terug,
:04:45
Hij hield van haar,
God, wat hield hij van haar,

:04:52
Kom hier.
:04:54
Alles oké? is alles goed met je?
:05:00
Dag, George. Ik ben terug thuis.
Kom, geef me een zoen.

:05:11
Kom, Georgie. Kom bij mam.
:05:17
Kom je moeder een zoen geven.
:05:28
Tien jaar lang werkte pap zich uit de
naad, 14 uur per dag, 7 dagen per week,

:05:34
Zonder morren,
Als we maar gelukkig waren,

:05:36
Goed, wat moet ik doen?
:05:39
Maar hij verdiende niet genoeg,
:05:42
Langzaam maar zeker raakten we
alles kwijt, We waren bankroet,

:05:48
We gaan een ijsje kopen.
:05:49
Ik wil nu geen ijsje.
Wat moeten we beginnen?

:05:53
We redden het wel, George.
Het komt wel goed. Het komt altijd goed.

:05:58
Ik neem wel een ander baantje.
:05:59
Zo gaat het nou eenmaal.
Het kan meezitten of tegenvallen.


vorige.
volgende.