:05:00
Dag, George. Ik ben terug thuis.
Kom, geef me een zoen.
:05:11
Kom, Georgie. Kom bij mam.
:05:17
Kom je moeder een zoen geven.
:05:28
Tien jaar lang werkte pap zich uit de
naad, 14 uur per dag, 7 dagen per week,
:05:34
Zonder morren,
Als we maar gelukkig waren,
:05:36
Goed, wat moet ik doen?
:05:39
Maar hij verdiende niet genoeg,
:05:42
Langzaam maar zeker raakten we
alles kwijt, We waren bankroet,
:05:48
We gaan een ijsje kopen.
:05:49
Ik wil nu geen ijsje.
Wat moeten we beginnen?
:05:53
We redden het wel, George.
Het komt wel goed. Het komt altijd goed.
:05:58
Ik neem wel een ander baantje.
:05:59
Zo gaat het nou eenmaal.
Het kan meezitten of tegenvallen.
:06:04
Als het meezit, kan het altijd beter.
Als het tegenvalt, lijkt het hopeloos.
:06:09
Maar het leven gaat voort. Onthou dat.
:06:13
Geld is niet echt, George. Het is
niet belangrijk. Het lijkt alleen zo.
:06:18
Zeg dat maar tegen mam.
:06:21
Ja, dat zal niet meevallen.
:06:24
Zeg, pap...
- Wat?
:06:26
Word ik nou arm? ik wil nooit arm zijn.
:06:30
Dan word je het ook niet.
:06:33
Toen nam ik me voor
Dat ik nooit zo zou leven,
:06:37
Ik moest zo ver mogelijk weg,
:06:45
Ik verhuisde in 1968
met de Tonijn naar Californië,
:06:49
We hadden 300 dollar
en een zwarte TR-3,
:06:52
Het was volkomen anders dan thuis,
Het was een paradijs,
:06:58
We namen een flatje aan het strand, Niet
veel soeps, maar het had zijn voordelen,