:05:01
Ga met je zoon in een team.
Brian wil wel.
:05:04
Ik heb al veel te lang meegedaan.
Ik ben kapper.
:05:08
Hij is ook een gewone kapper.
Een kort kopje en je mogen weer gaan.
:05:14
We winnen op onze sloffen.
-Genoeg erover.
:05:27
Binnen.
:05:44
Mrs Birkett. Shelley.
-Robert?
:06:02
Zal ik beginnen?
-Wat zeg je?
:06:05
Ik voer wel eerst het woord. Even
kijken of ik het nog allemaal weet.
:06:13
Ik weet het weer.
We kunnen een paar dingen doen.
:06:17
We kunnen weer een chemokuur doen,
maar dat wordt je derde in drie jaar.
:06:24
Waarschijnlijk zal je
daarvan dus niet genezen.
:06:28
Dan een beenmergtransplantatie.
:06:31
De kans daarop is even klein
als de paus zien op een springstok.
:06:37
Om er niet omheen te draaien.
Ik ben bang dat dit het is.
:06:42
Het is hopeloos.
-Shelley...
:06:45
Ja toch?
-Met chemo...
:06:47
Kom nou, Robert. Heb ik gelijk?
:06:54
Ja.