Bones
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:25:03
Zal ik opendoen, schat ?
- Nee, ik ga wel.

:25:10
Hal Lupovich. Lang geleden.
:25:14
Ik kom zo, schat.
:25:19
Wat moet je ?
- Ik wou mijn makker Jay-bird zien.

:25:22
Noem me niet zo.
- Je hebt daar een hele smeltkroes.

:25:27
Wat moet je ?
- Je hebt het huis verkocht.

:25:32
Welk huis ?
- Belazer me niet.

:25:34
Ons huis.
Je mocht het niet verkopen.

:25:38
Ik heb het niet verkocht.
- Iemand heeft het toch gekocht.

:25:42
Mijn probleem niet.
- Toch.

:25:44
Na twintig jaar kunnen ze
onze schuld niet meer bewijzen.

:25:48
Hopelijk niet. Want vier man kunnen
een geheim bewaren als er drie dood zijn.

:25:55
Pa...
- Ik praat met een vriend. Ik kom zo.

:26:00
Mooie meid. Hoe oud is ze ?
Doet ze aan... Je weet wel.

:26:04
Dat is mijn dochter, Lupovich.
Maak dat je wegkomt.

:26:08
Je dochter. Fijn je te zien.
- Dikke klootzak.

:26:15
Hebbes. En draaien.
:26:18
Ik weet niet wat we hier moeten.
- Het is lelijk, maar het is thuis.

:26:36
Dat brengt ongeluk, hoor.
- Dat huis, ja.

:26:40
Waarom ?
- Het komt door vroeger.

:26:43
Dat zegt mijn moeder toch.
- Wat zegt je moeder nog meer ?

:26:49
Niet veel. Als ik je dat vertelde,
zou je denken dat ze gek was.

:26:54
En mijn moeder is niet gek.
:26:59
Goed dan.

vorige.
volgende.