:32:25
- Hoe gaat ?t met je ?
- Ik werk hard, zoals u me geleerd hebt.
:32:30
- Kom je weer thuis wonen ?
- Wat ? Nee.
:32:34
Zeker niet. Ik ben 'n man.
:32:37
Ik ben volwassen en ik woon alleen
en ik verdien goed de kost.
:32:41
- Wordt het druk in de bank vandaag ?
- Ik hoop het wel.
:32:47
Is dat...
:32:50
Je grote broer. Hij kon het maken van
broodjes met kaas niet meer aan,
:32:54
dus hij woont weer thuis.
:32:58
Staat die gek nou nog onder de douche ?
Hoeveel water gebruikt hij ?
:33:02
Ja, hoeveel ? Alles ?
:33:04
Hij zou wat voor de vissen moeten bewaren.
:33:23
Dat zal hem leren.
:33:25
Hoe is het water ? koud genoeg ?
:33:39
Je bent toch niet zo dom dat je
't verschil tussen warm en koud niet kent ?
:33:45
- Wat is er aan de hand ?
- Ik heb 'n schat gevonden.
:33:49
- Een schat ? Dat is zeep aan 'n touw.
- Ik doe alsof het 'n schat is.
:33:55
Trek m'n duikspullen uit.
:33:59
De schat.
Hij is in 'n grot onder water gevallen.