:50:00
Ik hoorde schreeuwen.
Ik hoorde geschreeuw.
:50:04
Geschreeuw.
:50:07
Ik liep naar de trap.
:50:17
En toen hoorde ik...
:50:21
Ik hoorde het schot.
:50:26
En Richard...
- Excuseer me.
:50:28
Richard...
- Kunnen we even teruggaan ?
:50:31
Mrs. Strout,
u zegt dat u het schot hoorde.
:50:37
U hoorde het schot ?
:50:40
Was u getuige van het ongeluk ?
- Bezwaar.
:50:43
Niets wijst erop dat het 'n ongeluk was.
- Toegewezen.
:50:46
Schrap 'ongeluk' uit het verslag.
:50:49
Formuleer uw vraag anders, Ms. Keyes.
:50:53
Mrs. Strout,
tegen de politie hebt u verklaard
:50:57
dat u er getuige van was
dat het schot afging.
:51:04
Was u er getuige
van dat het schot afging ?
:51:24
U had gezegd dat
de strafzaak in oktober zou zijn.
:51:28
Als hij in de cel zat,
zou het in oktober zijn
:51:31
om de overheid
gevangeniskosten te besparen.
:51:36
Bij vrijlating op borgtocht
is het proces helaas altijd later.
:51:41
Kunnen we dan niets doen ?
:51:42
U laat hem gaan
en wij moeten toekijken ?
:51:46
We kunnen geen beroep aantekenen.
Dat is zo vastgelegd.
:51:50
De borgtocht moet garanderen
dat men voor de rechter verschijnt.
:51:54
De familie Strout heeft een flink deel
bezittingen als borg gegeven.
:51:59
Dat en de sociale banden maakten het
moeilijk om de rechter te overtuigen