:47:02
O, wat koud.
Lijsten...
:47:04
..maar waar zijn de doeken?
:47:12
Laten we teruggaan.
Alstublieft.
:47:15
Wie is daar?
- Ik. Ik ben gewoon binnengekomen.
:47:24
Kom 's hier.
- Ik kom al, geachte heer.
:47:27
Als u hulp behoeft,
kan ik die u bieden.
:47:30
Wat? Wie is hier een 'geachte heer'?
- Ik. Pardon, U.
:47:37
Er is hier niemand
en daar ook niet.
:47:41
Alleen lijken en doodskisten .
Kisten en lijken. Kom 's hier.
:47:46
Ik kom al.
:47:50
Is dat uw kist?
Hebt u die zelf gemaakt?
:47:54
Mijnheer uw toon bevalt me niet.
Waarom kisten in de Hermitage?
:47:59
Geachte heer...
:48:02
..dat is mijn kist.
- Uw kist?
:48:06
Lekker doorvoed bent u.
:48:09
De kisten zie ik,
waar zijn de lijken?
:48:12
Je staat erop, dikzak.
Je vertrapt m'n lijken.
:48:16
Ik ben weg. Wat was dat?
- Oorlog .
:48:20
Wat was dat?
- Oorlog .
:48:22
Wat voor oorlog? Met wie?
- Duitsland.
:48:26
Duitsland? Wat is dat?
:48:29
De staat van al de Duitsers.
- Juist.
:48:32
Halverwege de 20e eeuw
vocht Rusland tegen Duitsland.
:48:37
De Duitsers belegerden de stad .
Maar die gaf zich niet over.
:48:42
Ruim 'n miljoen mensen stierf.
- Wat?
:48:45
Ruim 'n miljoen?
- Ja.
:48:47
Dat is veel.
Allemensen, dat is erg vee .
:48:51
Dat is 'n hoge prijs
voor St.-Petersburg en de Hermitage.
:48:56
Vrijheid kent geen prijs bij ons.
:48:59
Erg hoog .
- Inderdaad, ja.