1:04:02
Waar?
1:04:06
Waar maakt u zich druk over,
mijnheer Orbell ?
1:04:12
Vader en u weten dat de troon
tegen mot en zo bestand is.
1:04:18
Gewerkt eiken en zilver...
- Toch ben ik ongerust.
1:04:23
Kijk 's naar dat fluweel.
Helemaal vergaan.
1:04:27
Dat herstellen we nog.
- Er is geen tijd.
1:04:30
Dat klopt Borja.
We hebben geen tijd meer.
1:04:35
Je ziet 'm nooit meer.
Zeg 't hem.
1:04:41
Hij is je zoon. Je hebt geen tijd meer.
- Wat zijn ze...
1:04:47
Alsof ze bang zijn voor e kaar.
- Wat wilt u?
1:04:53
Als je uit de hemel bent gevallen,
weet je niet hoe je je moet gedragen.
1:04:59
Je zoon is directeur,
net zoals jij dat was.
1:05:04
Er komen vreselijke oorlogen.
1:05:07
Maar we wisten altijd
alles te redden.
1:05:10
Ik hoor niets meer.
En u?
1:05:14
Ik wel. Maar niet duidelijk.
- En wat zeggen ze dan?
1:05:21
Vader Plotrovsk vraagt...
1:05:24
..of ze de directeurstelefoon
nog af luisteren.
1:05:28
'Welnee,' zegt de zoon.
1:05:32
'Laat kliever
over de Hermitage-katten vertellen.'
1:05:36
'Het gaat goed met ze.'
Dat zegt de zoon.
1:05:42
Zovee mensen kon ik niet helpen.
Het is tien jaar geleden.
1:05:47
Je weet over wie ik 't heb.
1:05:50
Iedereen waardeert je, je boeken
worden nog steeds uitgegeven.
1:05:56
Dat is heel veel waard.
1:05:58
Doden wenen van vreugde
als hun boeken opnieuw uitkomen.