The Transporter
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:51:12
Waar zal je verblijven?
:51:13
Ik weet het niet.
:51:15
Nou... mijn neef
heeft een klein hotel.

:51:18
Bedankt, maar we redden het wel.
:51:21
Zonder geld,
wordt het moeilijk.

:51:23
Hier.
Het is niet veel...

:51:25
maar je krijgt
tenminste geen honger.

:51:27
Bedankt.
:51:40
Waar ga je naartoe?
:51:41
Ik Ga naar die vent.
:51:43
Succes.
:51:44
Een minuut.
:51:45
Kom je niet mee?
:51:47
Nee.
:51:48
Maar hij blies je auto op.
:51:50
Ik koop wel een nieuwe.
:51:51
Hij verbrandde je huis.
:51:52
Ik bouw een nieuwe.
:51:53
Hij probeert je te vermoorden!
:51:55
En zover hij weet,
is het 'm gelukt.

:51:56
Luister, ik ga je wat
advies geven.

:51:58
Ik weet niet
waarin je verzeilt was.

:51:59
Het maakt me ook niet uit.
:52:00
Maar wie jou ook dood
wilt hebben...

:52:01
denkt dat je dood bent.
:52:02
Je kan weer opnieuw beginnen.
:52:03
Hier is je advies:
Begin overnieuw!

:52:12
Er zijn 400 mensen stervende...
:52:15
in een container op een schip.
:52:21
Mijn vader.
:52:23
Mijn zussen.
:52:25
Het schip arriveert vandaag.
:52:28
Ze zullen van mijn
vader een slaaf maken.

:52:31
De enige die het
containernummer weet...

:52:36
is die vent.
:52:38
Je bent heel goed.
:52:40
Wat bedoel je?
:52:42
Vanaf het moment dat je
die foto's in mijn huis zag...

:52:44
was je al bezig om
mijn hierbij te betrekken.

:52:46
Het ontbijt.
:52:47
Het excuus geven aan die
agent om mij te helpen.

:52:48
De ene leugen na de ander.
:52:50
Niet alles is een leugen.
:52:54
Noem een ding dat geen leugen is.
:52:59
Wat gebeurde in het huis...

vorige.
volgende.