Elf
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:41:01
Oh, mijn god! Walter, dat is...
:41:05
dat is prachtig,
:41:06
Je... je hebt een andere zoon.
:41:09
Fantastisch. Oh, goh, Ik...
:41:09
Ik had er nooit zo over nagedacht.
:41:12
Dit is ongelofelijk, Ik...
:41:14
Weet je, het is een beetje
ingewikkeld,

:41:16
Maar het is niets dat
we niet kunnen oplossen.

:41:18
Schatje? Wat?
:41:20
Hij denkt dat hij een elf is.
:41:23
Het spijt me, wat?
:41:24
Hij denkt dat hij een Kerstmis elf is.
:41:27
Oh, komaan, Walter,
:41:27
Ik ben zeker dat hij niet
echt denk dat hij een elf is.

:41:32
En toen reisde ik door de 7 lagen
:41:35
van het snoepstokjeswoud,
:41:36
voorbij de van swirly-twirly
snoepjes,

:41:40
En toen wandelde ik door
de Lincoln tunnel.

:42:05
Waar was je zo de laatste 30 jaar?
:42:09
De noordpool.
:42:10
Kan je me de siroop eens aangeven?
Alstublieft?

:42:12
Ik... Ik zette geen... Het is
spaghetti.

:42:15
Oh, weet je wat? Ik denk
dat ik hier wat heb.

:42:20
Ja.
:42:22
Je houdt van suiker, niet?
:42:24
Is er suiker in siroop?
:42:26
Ja.
:42:27
Dan ja.
:42:28
Wij elven houden ons aan
de 4 voedselhoofdgroepen

:42:30
Snoep, snoepstokjes, snoephoorntjes,
en siroop.

:42:36
Zo, wil je bij ons blijven?
:42:40
Je bedoelt dat ik kan blijven?
:42:41
Natuurlijk kan dat. Emily.
:42:42
Hoe... hoe lang denk je
dat je zult blijven?

:42:45
Ik... Ik heb er echt nog niet
over nagedacht,

:42:46
maar ik dacht misschien...
voor altijd.

:42:50
Emily? Kan ik je een
minuutje spreken

:42:52
in de, euh, keuken, alstublieft?
:42:57
Ben je gek? Hij kan hier
niet blijven.

:42:59
Het is duidelijk dat hij ernstige problemen heeft.

vorige.
volgende.