:48:03
Je hebt mij auto opgehaald!
- Ja.
:48:05
Uitstappen. Ik rij.
:48:07
Mijn God. Wat heb
je met me gedaan?
:48:09
Vind je het leuk?
:48:11
Stap onmiddellijk uit de auto!
:48:14
Heb je je rijbewijs?
:48:15
Nee.
:48:22
Mijn haar. Het is weg!
:48:24
Wat heb je met mijn oor gedaan?
:48:26
Mam, dat is een oorbel!
:48:27
Haal het er nu uit!
:48:29
Nee. Het ziet er stoer uit.
:48:31
Maak me niet boos.
:48:32
Je brengt die kleren morgen terug!
:48:34
Waarom? Iedereen vindt ze
leuk. Je ziet er leuk uit.
:48:36
Ik zie er uit als Stevie Nicks.
:48:38
Wie is dat?
:48:40
Wat doe je daarmee?
- Ik eet het.
:48:43
Je kunt geen fast food eten.
:48:44
Waarom niet?
:48:45
Omdat het door jouw
keel zal gaan...
:48:47
en direct naar mijn dijen zal gaan.
:48:50
Kom op.
- Let op de weg.
:48:53
Dit eten kan je
misschien erg dik maken...
:48:57
maar het doet er niet toe
wat het met mij zal doen.
:48:59
Mam!
:49:03
God, dit is lekker.
:49:05
Mam, dat is niet eerlijk.
:49:06
Mijn eerste frietje
in acht jaar.
:49:09
Ik kan het 'Hallelujah
Refrein' al horen.
:49:14
De weg!
:49:20
Hoi, hoi. Jullie zijn
vroeg terug.
:49:24
Je nieuwe look is erg
sexy, Mrs. Coleman.
:49:26
Je ziet er geil uit.
:49:27
Twee voor lunch?
- Nee, Pei-Pei.
:49:29
We willen je graag
spreken over iets...
:49:30
wat volgens ons in jouw
restaurant is gebeurd.
:49:32
Iets dat zuigt.
- Laat dit maar aan mij over.
:49:35
Oké.
:49:36
Toen we vanmorgen opstonden,
waren we onszelf niet meer.
:49:41
Ja.
:49:42
Mama!
:49:49
Hé, hé!
Kom terug.
:49:57
Hallo, hallo.
:49:58
Heb je ze het
gelukskoekje gegeven?