Luther
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:54:08
Mijn Prins, wat zal ik antwoorden?
:54:12
De Kardinaal eist dat hij aan Rome wordt
uitgeleverd of verbannen wordt uit Saksen.

:54:18
Heb je Luthers werk gelezen?
:54:21
Ja, alles.
:54:23
Hij is 'n briljante, kleine monnik, niet?
Met een onafhankelijke geest.

:54:28
Dat is hij zeker.
:54:31
Jij studeerde rechten met hem, toch?
:54:35
Vertoonde hij toen 'n neiging
tot overgave of beïnvloeding?

:54:43
'T Enige wat hij gedaan heeft,
is debatteren...

:54:46
...en eloquent, over 'n bijzonder
interessant onderwerp.

:54:50
Tenslotte wordt dat verwacht van
een goede universiteitsprofessor.

:54:56
Dus wat zeggen we tegen de Kardinaal?
:55:05
Niets.
- Mijn Heer, we moeten antwoorden.

:55:10
Er zijn twee manieren om nee te zeggen
tegen iemand die sterker is dan jij.

:55:15
'T Eerste is door niets te zeggen...
:55:18
...en gewoon doorgaan met
wat je daarvoor aan 't doen was...

:55:21
...en pretenderen dat je
niets gehoord hebt.

:55:25
Laat de tijd en inertie
je bondgenoten zijn.

:55:31
En de tweede?
:55:33
Nee zeggen op zo'n bedachtzame wijze,
dat 't hen verwart.

:55:40
Natuurlijk, als die alle twee falen,
blijft slechts toegeven over.

:55:47
Of vechten!
:55:50
En als je besluit te vechten, moet je
ook besluiten om te winnen.

:55:56
Ik stuur mijn monnik niet naar Rome.
Ze zullen hem alleen maar doden.


vorige.
volgende.