:45:21
Kan ik u helpen?
:45:24
Ja, ik zoek dr. Frieland.
:45:28
Daar kijkt u naar.
:45:31
U bent dr. Frieland?
- Ja, dat ben ik.
:45:36
Wacht even, iemand loopt...
- Weet u het zeker. Is dit uw kantoor?
:45:39
Al tien jaar.
:45:42
Goed.
- Ik bel je wel terug.
:45:43
Heeft u een patiënt met
de naam Anne Merai Harrison?
:45:48
Dat kan ik u niet vertellen.
- Jawel, was zij uw patiënt?
:45:52
Was zij uw patiënt of niet?
- Mijnheer, u begrijpt niet...
:45:56
Was zij uw patiënt of niet?
:45:59
Nee, ik heb nooit een patiënt met die naam gehad.
- Weet u het zeker?
:46:02
Ja, ik weet het zeker.
:46:05
Zoiets zou ik weten.
:46:07
Goed. Het spijt me.
:46:12
Is dat uw pen?
:46:14
Pen? Ja, dat...
- Gebruikt u die veel?
:46:18
Nee, niet vaak.
- Mag ik het meenemen?
:46:21
Ja, u mag het hebben.
Natuurlijk.
:46:27
Pak maar.
Hij is voor u.
:46:45
Juist.
:46:47
Juist.
:46:49
Dat gedeelte ken ik.
Wacht even.
:46:54
Heb je een gelijk een
onderzoek gehad?
:46:56
Nee, slechte koffie.
:46:58
Oké.