:54:01
Ik heb ze nog niet ontvangen.
Wat bedoelt u, 'ik heb ze verstuurd?'
:54:05
Ik kijk naar het faxapparaat
en het is er niet.
:54:08
Ik ga erheen, en als ik de telefoon niet hoor over gaan
binnen 30 seconden, bel ik uw baas. Ben ik duidelijk?
:54:15
Moet ik duidelijker zijn?
:54:17
Mag ik je computer lenen?
- Over een paar minuten.
:54:20
Ze hebben net een stel e-mails gestuurd.
- 60 seconden.
:54:24
Chef, ik...
- Ik schreeuw niet.
:54:40
O, je zit vast?
- Nee, ik werk aan mijn verslag.
:54:44
Iemand door roodlicht gelopen?
:54:46
Ja, en iemand heeft staan wild
plassen en op straat gespuugd.
:54:52
Het is een klein bureau,
maar het is de mijne.
:54:54
Telefoonafschriften komen binnen. Alex?
:55:01
Zijn ze dat?
:55:09
Shit. Het papier is op.
:55:11
Niet te geloven.
Heeft er iemand papier. Charlene?
:55:15
Heeft iemand papier?
Papier, mensen.
:55:17
Heeft iemand hier papier?
:55:44
Moet je op start drukken?
:55:48
Daar komt 'íe.
:55:53
We hebben wel eens problemen
met die apparaten.
:55:57
Geweldig bedankt.
- Laat me er even bij.