:09:01
Was het maar kantje boordje?
:09:02
Nee, ik vond het prachtig.
:09:03
Het is erg romantisch, en ik hou daar
normaal gesproken niet van...
:09:06
maar het is erg goed geschreven.
:09:07
Het is erg goed geschreven,
:09:08
Nee, echt... Gefeliciteerd!
:09:10
Wacht.
:09:13
Voordat we ergens heen gaan,
ik heb een.
:09:15
Ik moet je wat vragen.
:09:17
Zeg het maar.
:09:18
Ben jij toen in december op
komen dagen in Wenen?
:09:23
Jij?
:09:24
Nee, ik kon niet komen, maar.
:09:26
Jij wel? Ik moet het weten,
het is belangrijk voor me.
:09:29
Waarom, als jij niet bent gekomen?
:09:31
Nou, was je daar?
:09:33
Nee.
:09:35
Godzijdank.
:09:38
Nou, godzijdank ben jij...
:09:40
Ik bedoel, godzijdank ben ik niet
gekomen, en jij ook niet.
:09:42
Ik bedoel, als één van ons in
z'n eentje was gegaan...
:09:43
dan was dat mooi waardeloos geweest.
:09:44
Ik weet het. Daar maakte ik
me zo'n zorgen om.
:09:46
Ik vond het altijd vreselijk dat ik daar
niet was geweest, maar ik kon niet.
:09:48
Mijn oma stierf een paar dagen
daarvoor, weet je,
:09:50
en ze werd die dag begraven.
:09:51
Op zestien december.
:09:52
Je oma is in Boedapest is gestorven?
:09:53
Ja, herinner je je dat nog?
:09:55
Ja, ik weet alles nog.
:09:56
Het stond natuurlijk niet in je boek.
:09:57
Maar hoe dan ook, ik stond op het punt
om naar Wenen te vliegen,
:10:00
en ik... en we hoorden het nieuws
over haar,
:10:03
en natuurlijk ben ik met haar en mijn
ouders naar de begrafenis gegaan.
:10:06
Nou, het spijt me om dat te horen.
:10:07
Ik weet het.
:10:08
Jij was er toch niet.
:10:11
Waarom?
:10:12
Waarom was jij er niet?
:10:13
Als ik had gekund, was ik
zeker gekomen.
:10:15
Ik had andere plannen en we.
:10:17
Je kunt maar beter een
goede reden hebben.
:10:19
Wat?
:10:22
Nee.
:10:25
Je was er wel, of niet?
:10:26
Dat is verschrikkelijk.
:10:29
Ik lach wel, maar ik meen het niet.
:10:31
Haatte je mij?
Je moet me niet meer haten.
:10:33
Heb je me al die tijd gehaat?
:10:34
Zo is het toch?
:10:35
Nee, nee.
- Jawel, zo is het wel.
:10:37
Maar nu haat je me toch niet meer, of wel?
:10:38
Ik bedoel, mijn oma...
- Ik haat je niet, oké?
:10:40
Het is niet erg, oké?
:10:42
Ik heb dat hele eind gevlogen,
jij blies het af,
:10:44
en sindsdien is het met mijn leven
bergafwaarts gegaan,
:10:46
maar het is niet erg.
:10:48
Dat meen je niet.
- Nee, ik maak maar een grapje.
:10:49
Ik kan het niet geloven, je moet
wel heel boos op me zijn geweest.
:10:52
Het spijt me,
ik had daar graag willen zijn,
:10:54
meer dan wat ook ter wereld.
Ik zweer je.
:10:55
Echt, ik zweer het je.
:10:56
Je kunt toch niet boos op me zijn,
mijn oma...
:10:58
Nee, ik weet het.
:10:59
Ik dacht eerlijk gezegd al, dat er
zoiets moest zijn gebeurd.