:10:13
Kan ik u helpen?
- Ja.
:10:15
M'n vrouw's water is gebroken.
Ze gaat bevallen.
:10:18
Je zult moeten inchecken, schat.
- Inchecken?
:10:20
Waar? Bij de receptie?
Waarom doe je zo moeilijk?
:10:24
Ten eerste,
blijf van m'n uniform af.
:10:28
Ten tweede,
Ik moet een patiënt opzoeken.
:10:35
Dit is mijn vrouw.
Dit is de verschrikkelijke verpleegster...
:10:37
die me zo in de weg ligt.
:10:40
Het spijt me. Hij is een beetje paniekerig.
- Kan ik een rolstoel krijgen?
:10:44
Laten we jou naar de
kraamafdeling brengen.
:10:45
En laat hem de paperassen invullen.
- Oké.
:10:47
Als hij met een pen overweg kan.
- Hier, schatje.
:10:50
Oké, ontspan je, blijf ademen.
Doe het kalm aan.
:10:52
Ik hou van je.
Ik ben hier vlakbij, oké.
:10:55
Ik ook van jou.
- Oké, ik hou van je.
:10:57
We hebben dit duizend keer geoefend.
Het lukt wel. Hoe moeilijk kan het zijn?
:11:02
Persen. Je bent goed bezig.
- Je bent héél goed bezig.
:11:06
Nee, het lukt me niet.
- Adem even diep in.
:11:09
Het doet pijn.
- Ik weet het.
:11:12
Het gaat goed schat.
Persen. Je kan het.
:11:15
Adem diep in en uit.
Vijf, vier..
:11:19
Oké? Daar gaan we.
Drie, twee, één.
:11:21
Persen. Harder, Gertie.
:11:24
De baby komt. Ik kan haar zien.
Je moet nog een keer persen.
:11:27
Kun je haar zien?
- Ik kan haar hoofdje zien.
:11:30
Nog één keer. Inademen.
- Persen. Het is er bijna, schat.
:11:33
Goed zo. Persen.
:11:35
Persen.
:11:39
Daar komt ze.
:11:42
Hier is ze.
:11:44
Wilt u de navelstreng doorknippen, vader?
- Reken maar.
:11:47
Schaar, alsjeblieft.
:11:48
Alles zit er op en eraan.
:11:54
We gaan haar netjes wassen
en dan gaan we...
:11:59
Gertie?