:06:03
Raak nooit mijn agenda aan.
:06:07
Je moet echt ophouden met dat
stomme ding. Je hebt problemen.
:06:12
Hoe frequent zijn de weeën?
:06:15
Zeg dat ze naar het ziekenhuis
moeten gaan. Ik zie ze daar.
:06:21
Jane...
- Nee, pap, het is al goed.
:06:23
Nee, het is niet goed.
Ik weet dat dit je grote dag is.
:06:26
Ik zal alles doen om naar Columbia
te komen voor je speech.
:06:30
Dat weet ik toch.
- Oké, sorry hoor.
:06:32
Jane, sorry, ik weet dat dit de grootste dag
is van je academische loopbaan...
:06:36
maar pap, wil je even tekenen voor
mijn uitstapje met school?
:06:40
Shakespeare in het Park?
Fantastisch. Welk toneelstuk?
:06:46
Je weet wel, die met het meisje
en de jongen...
:06:49
liefde, de maillots, het haar.
- Romeo en Julia?
:06:54
Ja. Dank je. Ik was het helemaal kwijt.
- Die vind ik erg goed.
:06:58
Ja, ik ook.
- Je moeder zou zo trots zijn.
:07:05
Kan je je zus een lift geven?
:07:07
Tuurlijk.
- Jullie zouden eens wat tijd moeten doorbrengen samen.
:07:13
Het ontbijt was uitstekend, maar ik moet gaan.
:07:15
Oké, neem dit dan mee.
:07:17
Dank je.
- Alsjeblieft.
:07:19
Ik hou van je.
- Ik ook van jou. Veel succes.
:07:27
Hopelijk word je niet gesnapt.
- Word ik niet.
:07:32
Daar gaan we dan.
- Je mag je auto wel eens wassen.
:07:35
Je mag wel eens een eigen auto kopen.
:07:38
Ik spaar voor de universiteit.
- Dat moet jij weten.
:07:41
Mag de radio aan?
:07:45
Tuurlijk.
- Wat is dit?
:07:50
Te cool voor school.
:07:55
Ja.