1:32:02
Ik heb je hulp nodig, Nilma.
- Ik pak ze wel.
1:32:05
Wil jij op Henry en Sarah passen?
Ik leg het later wel uit.
1:32:09
Ravi, let op de kinderen.
Ik ga Helen weer helpen, goed?
1:32:14
Als je het niet vertelt,
dan schors ik jullie zo lang,
1:32:17
dat jullie een uitkering hebben
als je afstudeert.
1:32:20
Waar zijn ze?
1:32:26
Jenny, het spijt me dat je
helemaal hierheen moest komen.
1:32:28
Het geeft niet.
1:32:33
Audrey?
- Helen, ik weet waar ze zijn.
1:32:36
Wij ook. We zijn er bijna.
1:32:39
Dan zie ik je daar.
1:32:40
Nee, dit moet ik alleen doen.
1:32:43
Ik kan meegaan.
- Dan, alsjeblieft.
1:32:46
Hallo?
1:32:53
We komen dichterbij.
Het is aan het einde van de straat.
1:32:59
Daar is het.
1:33:08
Ik weet het niet, mevrouw.
- Geef me die sleutel.
1:33:11
Hier zijn wetten tegen.
1:33:13
Er zijn wetten tegen het verhuren van kamers
aan minderjarigen. Hier met die sleutel.
1:33:16
Ik wil geen problemen.
- Geef die sleutel.
1:33:19
Ik wil 'm wel terug.
- Denk je echt dat ik hier wil wonen?
1:33:23
Ik slaap nog liever buiten, ouwe gek.
1:33:27
Hij zei kamer 205, toch?
1:33:29
Je moet met grof geweld naar binnen gaan.
- Weet ik.
1:33:33
Geef ze ervan langs.
1:33:35
Zorg dat ze daar weg gaat.
1:33:41
Doe net alsof je de schoonmaakster bent,
zodat ze de deur opendoet.
1:33:48
Ik kan het niet.
1:33:50
Wat niet?
1:33:52
Ik kan dit niet. Ik kan niet naar binnen gaan.
Ze zal me haten.
1:33:55
Ze zal je haten als je het niet doet.
- Ik kan het niet.