Spanglish
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:41:03
Je wilt met me optrekken?
- Ja.

:41:11
Dan moet ik je vragen...
- Wat?

:41:16
Wat betekent 'optrekken'?
:41:19
Het betekent...
:41:23
bezoeken.
:41:28
Oké.
:42:24
Ik heb je zaak nog nooit gezien.
:42:30
Helemaal perfect.
:42:38
Ik ga voor je koken.
:42:42
Alsjeblieft.
:42:50
Ik ben blij je te bezoeken.
:42:59
Als ik de job gewoon opgegeven had

vorige.
volgende.