Vera Drake
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:05:01
Hij staat daar toch goed?
- Dat zei ik toch.

:05:05
Je weet maar nooit.
- Daar is hij. Laat hem binnen, Ethel.

:05:11
Als je over de duivel spreekt.
:05:14
Ben jij dat, Reg?
- Kom erin.

:05:21
Alles goed, maat?
:05:23
Dit is m'n broer Frank.
- Aangenaam.

:05:25
Gefeliciteerd.
- En zijn vrouw Joyce.

:05:28
Doe je jas uit, dan gaan we eten.
Ik verga van de honger.

:05:31
Ik ben toch niet te laat?
- Onzin. Ga zitten.

:05:35
Hij ziet er elegant uit, hè?
:05:38
Hier naast mij, oom Frank.
- Wees maar braaf.

:05:41
Schuif maar aan.
:05:44
Bedankt, Ethel.
:05:52
Op Ethel en Reg.
:05:55
Welkom bij de familie.
Veel geluk samen.

:06:02
Ik hoop dat je evenveel geluk hebt als ik.
:06:07
Nu kun je niet meer terug, Reg.
:06:09
Je komt toch eten met Kerstmis?
- Dat wil je niet missen.

:06:13
Frank en Joyce komen ook, toch?
- We hebben nog geen plannen.

:06:18
Geen zorgen, we komen.
- Het wordt leuk.

:06:21
Begin maar een huis te zoeken.
- Een knusse plek.

:06:25
Het mijne volstaat.
:06:27
Wij leefden jaren in één kamer.
:06:30
We hadden een leuke tijd in Kendal Road.
:06:34
Je merkt wel dat één kamer niet volstaat,
al ben ik nu misschien wat te voorbarig.

:06:40
Luister maar niet.
- Dan word ik oom.

:06:44
Wij hebben zelf ook nieuws.
Ik moest de hele week zwijgen.

:06:52
Vertel op, Frank.
- Zeg het maar.

:06:55
Joyce is zwanger.

vorige.
volgende.