:44:00
Het was verschrikkelijk.
:44:02
Ik was...
Ik ben weggeweest.
:44:04
Het is drie maanden geleden.
:44:07
Drie maanden?
:44:10
Het spijt me, maar ik was
op zakenreis.
:44:53
Oh, mijn God.
:44:56
Wat was dat?
Het leek wel alsof je vloog.
:45:00
Oh, mijn God.
:45:03
Dat ben jij.
:45:05
Jij bent het.
Je bent het echt.
:45:08
Je bent niet dood, je leeft.
- Ik weet het, David.
:45:10
Maar ik lig in coma.
Dit is niet goed.
:45:12
Maar het is toch veel beter
als dood?
:45:14
Kijk naar jezelf. Je lichaam is
aan het genezen, het is...
:45:16
Je hebt geen littekens...
:45:18
je ziet er mooi uit.
:45:22
Het doet er niet toe hoe ik eruit zie.
:45:23
Drie maanden, dat is
een aanhoudende coma.
:45:26
Oké, we zijn nu hier.
We moeten wat doen.
:45:28
Zoals wat?
:45:30
Zoals... weet ik veel.
Jij bent hier de dokter.
:45:33
Juist. Juist...
:45:37
Laat maar, ik...
- Wat?
:45:38
Ik wilde zeggen dat ik een manier moet
vinden om mezelf weer heel te maken.
:45:43
Oké, goed, goed.
Dat is geweldig.
:45:45
Hoe moeten we dat doen?
:45:47
Misschien moet ik dit proberen?
:45:54
Er gebeurt iets!
Ja, ja! Volgens mij werkt het.
:45:57
Ja?
:45:59
Nee...
Ik probeer het nog een keer.