:45:00
Oh, mijn God.
:45:03
Dat ben jij.
:45:05
Jij bent het.
Je bent het echt.
:45:08
Je bent niet dood, je leeft.
- Ik weet het, David.
:45:10
Maar ik lig in coma.
Dit is niet goed.
:45:12
Maar het is toch veel beter
als dood?
:45:14
Kijk naar jezelf. Je lichaam is
aan het genezen, het is...
:45:16
Je hebt geen littekens...
:45:18
je ziet er mooi uit.
:45:22
Het doet er niet toe hoe ik eruit zie.
:45:23
Drie maanden, dat is
een aanhoudende coma.
:45:26
Oké, we zijn nu hier.
We moeten wat doen.
:45:28
Zoals wat?
:45:30
Zoals... weet ik veel.
Jij bent hier de dokter.
:45:33
Juist. Juist...
:45:37
Laat maar, ik...
- Wat?
:45:38
Ik wilde zeggen dat ik een manier moet
vinden om mezelf weer heel te maken.
:45:43
Oké, goed, goed.
Dat is geweldig.
:45:45
Hoe moeten we dat doen?
:45:47
Misschien moet ik dit proberen?
:45:54
Er gebeurt iets!
Ja, ja! Volgens mij werkt het.
:45:57
Ja?
:45:59
Nee...
Ik probeer het nog een keer.
:46:01
Je moet je er echt op concentreren.
:46:03
Blijf daarbinnen.
:46:09
Ik blijf niet plakken.
:46:11
Het lijkt wel of ik geen verbinding
meer heb met dit lichaam.
:46:14
Prima, oké, oké...
:46:16
Draai je om.
- Wat?
:46:17
Ik wil gewoon wat proberen.
- Oké.
:46:27
Voelde je dat?
- Mijn hand kriebelde.
:46:29
Je bent nog wel verbonden
met je lichaam.
:46:32
De monitor is het daar niet
mee eens.
:46:34
Machines weten niet alles.
:46:35
Alles in mijn training zegt me
dat ze dat wel doen.
:46:38
Hoe kunnen we dan dit
gesprek voeren?
:46:40
Ik heb geen idee.
:46:42
Mr Abbott. Het spijt me,
ik heb een afspraak.
:46:45
En ik kan u hier niet zonder
toezicht achterlaten.
:46:48
Mag ik alstublieft nog even blijven
om afscheid te nemen?
:46:51
Natuurlijk.
- Dank u wel.
:46:54
Mijn nichtjes hebben deze
zeker voor me gemaakt.
:46:57
Wauw, dat is een ongelooflijke
gelijkenis.