1:08:01
Maar ja ik zou het nooit weten.
1:08:03
Kom op, Lizzy.
Dit is het toch niet.
1:08:06
Lizzy?
- Het spijt me dat ik je zo roep.
1:08:10
Het komt goed.
1:08:13
Ik kan naar het ziekenhuis gaan.
1:08:14
Ik kan ook met je vrienden praten.
1:08:16
Nee, David.
- Met die klootzak...
1:08:19
Brett?
- Ja, Brett.
1:08:20
David, hou ermee op.
Ze gaan je opsluiten.
1:08:22
Niemand gaat geloven dat ik
hier nog ben.
1:08:24
Je nichtje, je nichtje. Die kleine
meid heeft je gezien.
1:08:28
Nou leuk.
1:08:29
Mijn lot is afhankelijk
van een vier jarige.
1:08:31
Die ook nog zevenhonderd
andere denkbeeldige vriendjes heeft.
1:08:35
Wacht.
Er is nog iemand.
1:08:37
Hoe bedoel je.
1:08:38
Kom.
1:08:41
Darryl.
- Hé vriend.
1:08:44
Ho, is die geest met je meegekomen?
1:08:46
Je kunt het niet hier naartoe
meenemen. Wat is je probleem.
1:08:49
Luister, je had gelijk over haar.
Ze leeft nog.
1:08:51
Dat is mooi.
- Maar ze ligt in een coma.
1:08:53
En haar familie gaat haar van
de beademing afhalen.
1:08:55
Dat is zo mooi.
1:08:57
Gaan jullie met elkaar uit of zo?
1:09:01
Wij zijn aan elkaar verbonden.
- Ja dat kan ik zien.
1:09:07
Ik voel dat ze heel veel
voor je voelt, vriend.
1:09:11
Echt waar?
1:09:12
Helemaal niet.
1:09:15
Iemand schaamt zich.
1:09:17
Helemaal niet.
1:09:18
Kunnen we ons weer concentreren?
1:09:20
Oké.
Vraag hem als er een spreuk is.
1:09:22
Een elektrische schok.
- Iets om haar weer in haar lichaam te krijgen?
1:09:26
Je stelt de verkeerde vraag.
1:09:28
Hoezo is dat verkeerd?
1:09:30
Kijk, ik heb een gave.
1:09:32
Ik heb er niet omgevraagd,
maar ik heb het.
1:09:34
Ik kan geesten voelen,
of hoe je ze ook wilt noemen.
1:09:38
Waarom ze blijven hangen,
Ze hebben nog dingen te doen.
1:09:42
Heb ik ook die gave?
- Man, alsjeblieft zeg.
1:09:46
Jij hebt het zeker niet.
1:09:47
Jij bent een gewone burger.
1:09:49
Als ik het niet heb,
waarom kan ik haar zien...
1:09:52
en met haar praten,
terwijl niemand het kan.
1:09:54
Precies.
- Wat precies?
1:09:57
Dat is nou een goede vraag.