:31:03
Jullie wachten hier.
Gideon helpt me wel.
:31:06
En denk om jullie manieren.
:31:10
Kijk nou. Meisjes.
:31:16
Zeg iets tegen ze.
:31:18
Wil je 'n stukje pruimtabak ?
:31:21
- Wat gebeurt hier ?
- Hij beledigde ons.
:31:24
Niet waar. Hij bood ze alleen...
Het is goeie pruimtabak.
:31:29
O, ja ?
:31:41
Hé, dat zijn wij.
:31:46
M'n raam.
:31:48
Hou daarmee op.
:31:52
- Zit niet zo te kijken. Doe iets.
- Waarom ? Het zijn er maar drie.
:31:57
- Hou op, hoor je.
- Goed, Milly.
:32:07
- Nu is het opgehouden.
- Ga op de wagen zitten. En snel.
:32:17
Wat heb ik verkeerd gedaan ?
:32:20
Als je 'n meisje wilt krijgen,
moet je met haar leren praten.
:32:25
Ik doe 't wel even voor.
Ik ben een meisje...
:32:28
... en je komt me tegen als ik uit
de kerk kom. Je neemt je hoed af.
:32:33
Wat is er, Caleb ?
- Ik heb m'n haar niet gekamd.
:32:37
Je moet iets aardigs zeggen.
Gideon, zeg 's iets aardigs.
:32:42
Fijne avond om op
wasberenjacht te gaan.
:32:45
Naar buiten, jij.
:32:47
Dit is vechten tegen de bierkaai.
Dat worden nooit heertjes.
:32:51
Let maar niet op hem.
Het komt best wel goed.
:32:54
Die schuur wordt pas over
een maand gebouwd.
:32:57
Maar jullie mogen niet vergeten
dat jullie veel rivalen hebben.