:39:02
	Ik heb 'n cadeautje,
voor je verjaardag.
:39:05
	Hoe weet je dat?
:39:07
	Je vertelde het een keer
en ik heb 't onthouden.
:39:10
	Op dezelfde datum werd
m'n moeders baarmoeder weggehaald.
:39:17
	Wat mooi.
:39:21
	Een stinkdier van plastic.
:39:23
	Het is leuk, hè.
En het zijn toch je lievelingsdieren?
:39:29
	Ik ben ontroerd.
:39:31
	Vind je 't echt leuk?
:39:33
	Hij kan niets doen.
:39:36
	Ze vindt jouw cadeau
mooier dan 't mijne.
:39:38
	Meestal is ze heel blij
als ik haar wat geef
:39:42
	maar ze praatte alleen
maar over haar stinkdier.
:39:44
	Dat verbeeld je je.
:39:46
	Ze is tegenwoordig humeurig.
:39:49
	Je verwaarloost haar.
-Dat weet ik.
:39:51
	Heeft ze iets gezegd?
-Dat hoeft niet.
:39:54
	Ik zie 't aan jullie.
En ze heeft ook wat gezegd.
:39:58
	We hebben het al eerder meegemaakt.
:40:00
	Ze voelt zich onzeker.
:40:03
	Ze weet dat ik gek op haar ben.
:40:07
	Waarom?
Omdat ik 't te druk heb voor haar?
:40:11
	Linda is erg verwend.
:40:13
	Knap gezichtje,
goeie cijfers op school.
:40:16
	Volgens mij trouwde ze met me
omdat ik niet voor haar kroop.
:40:21
	Geef toe dat je te hard werkt.
:40:23
	Weet je hoe het momenteel
op de beurs is?
:40:26
	Waar gaan we heen?
-Daar is ze.
:40:29
	Ze werkt op m'n kantoor.
Het is net uit met haar vriend.
:40:33
	Er zijn te veel mensen aan tafel.
-Nou en?
:40:37
	Nee. Later.
:40:39
	Wat moet ik zeggen?
-Vraag haar mee uit eten.
:40:41
	Nee.
Kunnen Linda en jij niet meegaan?
:40:44
	Ik moet vanavond werken.
:40:46
	Julie, dit is Allan Felix.
:40:49
	Ga je vanavond mee uit eten?
:40:51
	Recht voor z'n raap.
-Dat was snel.
:40:56
	Sorry.
:40:58
	Scherven brengen geluk.