:58:01
	heb ik 't gevoel
dat m'n leven voorbij is.
:58:03
	Ik moet chocola verkopen
bij Fannie Farmer.
:58:06
	Ze halen 't niet bij jou.
:58:08
	Ga door. Je redt m'n leven. Ik heb
zo'n minderwaardigheidscomplex.
:58:13
	Dat doe je goed.
Kus haar nu.
:58:16
	Alsjeblieft.
-Je hebt er mooi naartoe gewerkt.
:58:19
	Ik durf niet.
-Zeg haar nog eens hoe mooi ze is.
:58:23
	Dat heb ik net gezegd.
-Nog 'n keer.
:58:26
	Je bent echt heel erg knap.
:58:29
	Ik weet niet wat ik moet zeggen.
-Buitengewoon mooi.
:58:33
	Heel erg mooi, prachtig,
bijzonder mooi.
:58:36
	Genoeg zo.
:58:38
	Dat is lang niet tegen me gezegd.
:58:41
	Ga dichter bij haar zitten.
-Hoe dichtbij?
:58:44
	Op liplengte.
:58:46
	Dat is erg dichtbij.
-Opschuiven.
:58:56
	En nu?
:58:58
	Zeg dat ze gevoelens opwekt
die je niet kunt beheersen.
:59:03
	Nee.
-Toe maar.
:59:05
	Dat is erg.
-Ze vindt het heerlijk.
:59:07
	Fred Astaire in jacquet is...
:59:10
	Laat Fred Astaire erbuiten.
:59:13
	Het is heerlijk om samen te zijn.
-Vind ik ook.
:59:16
	Goed zo? De rest gebruik ik niet.
:59:18
	Prima.
:59:20
	Zeg dat ze de meest onweerstaanbare
ogen hebt die je kent.
:59:27
	Je hebt de meeste ogen
die ik ken.
:59:31
	Je...
-Je hand trilt.
:59:33
	Omdat je zo dichtbij me bent.
-Pardon?
:59:36
	Zeg het.
:59:40
	Omdat je zo dichtbij me bent.
:59:42
	Je hebt je tekst al klaar, hè?
:59:44
	Zeg dat je heel wat vrouwen kent
:59:47
	maar dat zij heel bijzonder is.
:59:51
	Dat gelooft ze niet.
-O nee?
:59:56
	Ik ken heel wat vrouwen
:59:58
	maar jij bent echt heel bijzonder.