1:02:01
Het gaat 'm goed.
1:02:04
- Het zal Alfred altijd goed gaan.
- Behalve hier bij ons.
1:02:09
Mijn schuld.
Ik kon Samuel toch ook niet redden?
1:02:14
Dat wil ik niet meer horen.
Het was kennelijk Gods wil.
1:02:19
O ja?
1:02:22
We hebben 'n dood kalf gevonden.
Misschien door 'n grizzly.
1:02:27
Mijn grizzly?.
1:02:43
- Reken jij maar met 'm af, Tristan.
- Daar kun je van op aan.
1:03:05
Ik weet niet waarom Tristan
die ouwe rotbeer niet doodschoot
1:03:10
Men zegt dat mensen en dieren
die elkaars bloed vergoten hebben -
1:03:16
- één worden.
1:03:20
- Ik zei: Vier bier. Mr. Sachtleben.
- En ik zei: Geen Indianen.
1:03:27
Hij is heel beschaafd.
Maak u geen zorgen.
1:03:31
Geef hem 'n bier.
M'n vader zei toch 'vier'?
1:03:34
-We waren 't al bijna eens.
- Geef hem 'n biertje!
1:03:39
Hou je erbuiten!
1:03:43
Wou je gaan vechten met iemand
die tien kilo zwaarder is dan jij?
1:03:48
Hij zoekt nu vast naar 'n wapen.
Nietwaar. Mr. Sachtleben?
1:03:53
Hij splijt die domme hersenpan
van je. Dan ben je morsdood.