Four Brothers
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:03:01
Er zijn inbrekers.
1:03:19
Wat doen jullie?
- Alles goed, vriend?

1:03:21
Bobby, hij is advocaat.
- Hij is een leugenaar, Jerry.

1:03:26
Je hebt me wel gehoord.
Lieg niet tegen me.

1:03:29
Je zei dat je haar niet kende.
Jij bent de laatste die haar gezien heeft.

1:03:34
Kijk eens wat een mooi rood tonnetje.
- Vraag het hem nou maar.

1:03:38
Nee, ik blijf het doen tot ik alles weet.
1:03:42
Zeg op!
- Oké, ik zal het uitleggen.

1:03:47
lk voelde me gewoon zo schuldig.
- Waarom?

1:03:51
lk weet niet hoe ik dit moet zeggen.
- Wat dan?

1:03:55
Je moeder en ik gingen
sociaal met elkaar om.

1:04:00
lk wilde haar goede naam behouden.
Ze was een heel goede vrouw.

1:04:05
Weet ik.
- lk heb haar nachtdingen, als je wilt...

1:04:09
Nee, dat is niet nodig.
- Te veel informatie.

1:04:14
Het spijt me, meneer Bradford.
1:04:16
Uw achterraam is kapot.
We zochten gewoon informatie.

1:04:19
lk begrijp het.
- Bedankt. U hebt een mooi huis.

1:04:35
lk moet je wat vragen.
- Wat is er?

1:04:38
Sofi en ik hebben gisteren
heel wat goedgemaakt.

1:04:41
Ze kreeg ervan langs, hè?
1:04:44
Maar m'n gereedschap is wat roestig.
1:04:48
Vraag dat maar
aan de deskundige onder de douche.

1:04:51
Waarom zou ik dat weten?
- Jij bent de expert.

1:04:56
Neukuitslag.
- Je overleeft het wel.

1:04:59
lk dacht even dat m'n geluk op was.

vorige.
volgende.