:41:03
Een beetje harder...
- Kijk uit.
:41:04
Oké...
:41:05
Oké, goed zo.
Haal het eruit.
:41:07
Trek nu de schenkdop uit
de wodkafles.
:41:11
Oké, je doet het goed.
- Wacht even.
:41:17
Zet de schenkdop in het gat
wat je hebt gemaakt. - Wat?
:41:20
Dat houdt de wond open, zodat
de lucht kan ontsnappen.
:41:22
Doe het gewoon!
- Ik kan het niet.
:41:24
Doe het!
:41:29
Hij ademt.
- Hij ademt!
:41:31
Hij ademt!
- Ik ben een dokter.
:41:34
Ik ben een dokter!
:41:35
Ik zie het! Godzijdank.
De ambulance is onderweg.
:41:39
Vraag hem waar het dichtstbijzijnde
ziekenhuis is.
:41:40
Weet u waar het dichtstbijzijnde
ziekenhuis is?
:41:43
Een paar straten verderop.
Het St. Matthew's. - St. Matthew's?
:41:47
Ik mag dan wel een eenzame,
gezinsverwoestende hoer zijn...
:41:49
maar ik heb levens gered!
:41:50
David, ik heb in dat ziekenhuis
gewerkt!
:41:52
Ik weet het gewoon!
Het klinkt zo bekend.
:41:54
Ik heb nog nooit een leven gered.
:41:55
Oh, het is geweldig. Het ene moment
kijk je naar die monitor...
:41:57
waarop staat, dat het afgelopen is.
En dan breng jij hem terug!
:42:00
In een kleine seconde is het daar!
- Wat is dat?
:42:02
Dat is gewoon een beetje bloed.
:42:08
David?
:42:15
Ik werk hier.
:42:16
Echt waar?
:42:18
Die receptioniste, ze heet Anita.
:42:20
Nu komt het allemaal terug.
:42:22
Daar zijn Bill en Karen...
:42:24
en Michael, en...
:42:26
Elizabeth?
:42:28
U bedoelt Elizabeth Masterson?
:42:30
Masterson? Ja, zo heet ik.
- Ja, Elizabeth Masterson.
:42:35
Dr. Masterson is...
:42:38
op dit moment niet aanwezig.
:42:41
Moment, ik ga even met
iemand praten.
:42:46
Sorry, dokter?
:42:47
Oh, nee. Ze zei het op die toon.
- Welke toon?
:42:50
De toon waarmee je het op
iemand anders wilt afschuiven...
:42:52
om je te vertellen dat je vriendin
dood is.
:42:55
Pardon, meneer. U moet naar de
derde verdieping. Daar ligt ze.