:00:53
	Ik zie mijn portemonnee niet.Ik heb er wel tien.
:00:57
	kunt u mij aanslaan?-Er is iemand vóór u.
:01:00
	Ik zoek m'n kleingeldbeer.
:01:03
	Bijna interessant.Wat krijgt u van haar?
:01:07
	5,26.-Tel er maar bij.
:01:09
	Misschien in deze.
:01:12
	Samen 9,65.
:01:15
	Dat hoefde u niet te doen.
:01:16
	't Was niet voor u.En geefdie bagage af.
:01:20
	Zak.
:01:35
	Wat is er, gouverneur?
:01:36
	Een ofandere schoft bijJustitie...
:01:41
	...heeft 't over de gevangenis.
:01:51
	Bel snel een whaaambulance.
:01:55
	Wat zegt u?
prev.


 
